Er bestaan nogal wat misverstanden wat betreft opgeloste zuurstof in vijverwater en de daarbij horende beluchting en ontgassing. Welk type beluchting het meest aangewezen is in uw specifieke geval en hoeveel beluchters u nodig heeft? Wanneer zet ik beluchters of ontgassers correct in om zo efficiënt mogelijk te werken? We geven graag een antwoord op deze vragen.
Welk type en hoeveel beluchters een visvijver nodig heeft hangt af van diverse factoren. De stelling dat 1 beluchter volstaat voor een vijver van 1 hectare is immers volledig achterhaald. De huidige visbezettingen in wedstrijdvijvers zijn immers veel hoger dan pakweg 10 jaar geleden.
In principe komt het er op neer dat er twee zaken gedefinieerd dienen te worden. Namelijk het zuurstofverbruik van een vijver en de zuurstofproductie van de vijver en van de beluchter(s).
Het zuurstofverbruik, meer bepaald:
- De zuurstofbehoefte van de visbiomassa (dit is afhankelijk van de hoeveelheid, soort, grootte, …).
- Het zuurstofverbruik van de bodem. Afhankelijk van de organische fractie en een reeks andere parameters en biologische processen kan het zuurstofverbruik van de bodem becijferd worden.
- De watertemperatuur. Deze is seizoensgebonden waarbij men rekening dient te houden met een gemiddelde maximumtemperatuur per situatie.
De zuurstofproductie van de beluchter:
De zuurstofproductie van een professionele beluchter wordt uitgedrukt in OC (Oxygenatie Capaciteit) en geeft aan hoeveel kilogram zuivere zuurstof kan geproduceerd worden per KW per uur. Dus Kg O2/KWh.
Het verschil tussen de zuurstofproductie en het zuurstofverbruik moet steeds positief zijn, ook in de meest ongunstige situaties. Het is immers op deze momenten dat beluchten het er het meest toe doet en beslist over leven of dood. Indien de capaciteit van de beluchter/ontgasser ontoereikend is kan vissterfte optreden.
Aquatic Engineers kan geval per geval beoordelen of de capaciteit van de huidige beluchters voldoende is en/of er een overcapaciteit is of een ondercapaciteit (en hoeveel extra capaciteit dan nodig is).
Op deze manier kan er zo economisch mogelijk belucht worden zonder gevaar op vissterfte.
Type beluchters:
Er zijn een aantal beluchtingssystemen op de markt. De meest courante is de paddenstoelbeluchter gevolgd door de venturibeluchter. Deze types maken 95% van de markt uit en zijn bij uitstek geschikt voor onze (intensieve) vijvertoepassingen. Qua kostprijs zijn ze tevens meest interessant.
De paddenstoelbeluchter werpt water verticaal op en laat het opnieuw neervallen in het water.
Voordeel: heeft een zeer goede ontgassing (ammoniak en CO2) omdat het water opgeworpen worden en gassen kunnen ontsnappen naar de atmosfeer.
Nadeel: werkt plaatselijk in een diameter van +/- 40 meter rond de beluchter en creëert geen stroming. Dit type beluchter kan wel zorgen voor een migratiezone voor de aanwezige vissen om calamiteiten uit te zitten.

De venturibeluchter verplaatst water horizontaal met een schroef en door onderdruk wordt lucht aangezogen, de opgebouwde druk naar de schroef laat zuurstof onder druk in het water oplossen.
Voordeel: creëert een sterke stroming (tot 100 meter ver) waardoor de visplaatsen meer homogener zijn in vangstbeeld en levert veel zuurstof.
Nadeel: er is voldoende diepte nodig onder de beluchter zodat er geen bodemmateriaal wordt opgewoeld (minimaal 100 cm) en dit type dient tijdig uitgezet te worden voor een wedstrijd om stroming te vermijden.

De keuze qua vermogen is in principe vrij eenvoudig. Los van een enkelfasig of driefasig model opteer je best voor de krachtigste modellen. Het is beter om overcapaciteit te hebben dan tekort te schieten in noodgevallen. Eenvoudigweg kan dan de draaitijd ingekort worden. Ook de prijzen tussen de lichte of krachtige modellen is amper verschillend (het drijflichaam is immers steeds identiek).
Verschil beluchting/ontgassing:
Elke ontgasser is een beluchter maar daarom is elke beluchter geen ontgasser. Bepaalde pompen ontgassen immers slechts heel beperkt. Een venturibeluchter (type Turbo-Jet) heeft een nagenoeg analoge OC als een paddenstoelbeluchter (type Aqua-Pilz) maar aangezien het water niet opgeworpen wordt is de ontgassing eerder beperkt. In geval van chronische problemen met gasvorming (vrije ammoniak, waterstofsulfide, methaan, koolstofdioxide) is een paddenstoelbeluchter dus veel meer aangewezen. Prioritair is echter achterhalen vanwaar de gasvorming zijn oorzaak heeft en deze prioritair trachten op te lossen.
Vragen?
Contacteer Aquatic Engineers geheel vrijblijvend. Wij kunnen u professioneel verder helpen in deze materie.